Waarom?
Omdat goedkoop lekker kan zijn.
Voor de zuinige thuiskok.

dinsdag 30 augustus 2016

GEFRITUURDE COURGETTE

Het is warm en mijn courgetteplanten houden daar blijkbaar van. Wanneer ik even verstek laat gaan, exploderen ze tot wanstaltige proporties. 15 cm lang vind ik prachtig, 20 cm is mooi maar veel groter moeten ze niet worden. Wanneer dat toch gebeurt, schraap ik de zaadlijsten er héél ruim uit en gaan ze in de sformato of ik marineer ze.
Voor handzamere formaten vond ik het volgende recept in het kookboek 'River Cafe Easy 2' van wijlen Rose Gray en Ruth Rogers, de vrouw van de beroemde architect Richard Rogers. Het recept is ook nog eens van architectonische schoonheid. Dit inspirerende duo noemde ik al eerder op deze blog.

Architecten zijn dol op het woord 'translucent' wat gewoon doorschijnend betekent. Translucent lijkt echter meer te impliceren, een woord wat gelaagdheid kan geven aan een architectonisch ontwerp. 'Gelaagdheid', nog zo'n populair woord onder de architecten.

Snijd de courgette in stukjes. Strooi er zeezout overheen en laat het een half uur staan. Dep de courgette droog en frituur de stukjes lichtbruin in zonnebloemolie. Laat ze uitlekken op keukenpapier. Besprenkel de courgette met rode wijnazijn en bestrooi met rauwe fijngesneden knoflook en eventueel verkruimelde gedroogde chilipepers. Wanneer je niet van rauwe knoflook houdt, kun je ze ook in dunne plakjes snijden en héél kort frituren want wanneer ze bruin worden, smaakt de knoflook bitter. Frituur vervolgens, zeer kort, hele muntblaadjes en laat die ook even uitlekken. Een kwestie van erin en onmiddellijk eruit. Wanneer je dat goed hebt gedaan, zijn ze nog groen, translucent en krokant. Strooi ze vervolgens over de courgette.

De ornamentieke translucente muntblaadjes en de harmoniërende transparante smaakcombinatie geven gelaagdheid aan dit recept, zou een architect kunnen zeggen.

zondag 20 maart 2016

SEGRIJNSLAKKEN IN TOMATENSAUS/ LUMACHINE AL SUGO


Je kunt ze in je tuin vinden of zoals gisteren in de Marokkaanse winkel bij mij in de buurt. Er stonden twee flinke netzakken vol met slakken. Het was voor het eerst dat ik in Nederland levende slakken te koop zag. Twee handen vol voor slechts € 1,40.
Ik vroeg aan de zoon van de eigenaar om de Marokkaanse bereidingswijze. Hij wist het niet maar even later deed een klant ontzettend zijn best om het mij uit te leggen. Het was duidelijk dat hij ze nog nooit zelf had klaargemaakt want zijn instructies klonken niet echt helder. Het kwam er ongeveer op neer dat ik ze eerst moest laten overnachten in het water en dan de dode exemplaren moest verwijderen (dat leek me echter geen goed idee omdat ik bang was dat ze dan zouden verdrinken en allemaal het loodje zouden leggen). Vervolgens zou ik ze moeten koken in een groentebouillon van peterselie, bleekselderij, knoflook en een mysterieus kruid dat alleen in Marokko voorhanden was, wat het extra lekker zou moeten maken. Ik vroeg hem of ze na het koken in een saus moesten maar dat was volgens hem zeker niet het geval.
Hij vertelde vol overgave waarbij hij mij aanraakte. Een andere Marokkaanse man mengde zich ook in het gesprek en even later nog één. Ze waren allen lyrisch over de slakken en vormden een kring om me heen. Het voelde als een warm bad en even had ik het idee dat ik was opgenomen in de oemma.

Op de slakkenhuizen zat véél kleiachtige aarde. Ik heb ze grondig gewassen en ze niet, zoals de vriendelijke klant suggereerde, in het water gelegd maar op een bedje van peterselie voor de overnachting.

Na raadpleging van enkele kookboeken, besloot ik ze niet te koken in bouillon maar ze te laten garen in een saus zoals Antonio Carluccio die beschrijft in zijn 'Complete Italian food'. Volgens hem hoef je kleine slakken alleen maar grondig te wassen. Ontslakken zou niet nodig zijn.
Snijd knoflook, chilipeper en bladpeterselie fijn en laat dit even fruiten in de olijfolie. Voeg vervolgens tomatenpulp en basilicumblaadjes toe en breng de saus op smaak met zout en peper. Voeg tenslotte de slakken toe en laat ze 40 minuten op een zacht vuur stoven (in een aardewerken pan). Gebruik een prikker om ze uit hun huisje te halen.





vrijdag 14 augustus 2015

INSALATA L'ALBERGO DELLA POSTA

Tijdens mijn architectuurstudie waren de meeste van mijn epigonen reeds dood. Hedendaagse coryfeeën trokken nauwelijks mijn aandacht. Een van mijn grootste helden was (is) Guiseppe Terragni. Zijn gebouwen dateren voornamelijk uit de jaren dertig van de vorige eeuw.
Ik was jong en fanatiek en moest en zou al zijn werk zien. Zo belandde ik 1997 met een goede vriend en architect in het mooie stadje Como. Het stratenplan dateert nog uit de Romeinse oudheid en hier staat het beruchte 'Casa del fascio', kantoor van Mussolini. Een meesterwerk ontworpen, door mijn held, in de stijl van de moderne oudheid. Hartstikke fout maar helaas prachtig. Er staan meer gebouwen van zijn hand in Como. Zoals zijn concessiewerk 'L'Albergo della posta' waar hij, modernist en rationalist, zich noodgedwongen bediende van het neo-classisme. Toch is het, dankzij zijn overmatige talent, geen lelijk gebouw. Het had nog veel mooier kunnen zijn als je zijn zes voorontwerpen in een modernere stijl beziet.
Het is nog steeds in gebruik als hotel en restaurant. Als fan was het onze plicht om in dezeTerragni te eten. Het bleek achteraf een zeer goede keuze. De cameriere was heel vermakelijk en deed ons hele goede suggesties buiten de kaart om. Ik volgde zijn aanbevelingen blindelings op, mijn reisgenoot was echter argwanend en koos liever van de kaart. Ik had gegeten als een god én als een zwijn. Een salade van gemarineerde rauwe zwaardvis, een vers gemaakte pasta met mul, een hoofdgerecht dat ik me niet meer herinneren kan, een coupe colonel en tenslotte koffie met grappa. Maar wat me het meeste was bijgebleven, is de uiterst eenvoudige en verrukkelijke salade die bij het hoofdgerecht werd geserveerd.
In mijn tuin heb ik nu prachtige sperziebonen, die mij weer doen denken aan het bezoek aan de L'Albergo della posta.
De gelaagdheid, kenmerkend voor de architectuur van Terragni, was terug te vinden in deze salade. Hij was als volgt opgebouwd: een bodem van gekookte sperziebonen met daarbovenop gestoomde of gekookte plakken vastkokende aardappel, vervolgens daarbovenop een ronde waaier van ansjovis en repen gegrilde en ontvelde rode paprika en tenslotte bestrooid met fijngesneden bladpeterselie en kappertjes. De salade werd voor onze neus, door de vriendelijke cameriere, met olijfolie en citroensap aangemaakt. Het citroensap werd door hem op elegante wijze met een vork uit de citroen geperst, wat ik hem sindsdien nadoe.

Jaren later ben ik er nog een keer, met mijn toenmalige vrouw, geweest in de hoop dat mij een soortgelijk geluk als toen ten deel zou vallen. Niets was minder waar. Het was er aanzienlijk drukker en de menukaart was vertaald in drie talen. De magie was verdwenen. Een andere eigenaar? Het eten was niet slecht maar kon mijn eerdere ervaring in de verste verte niet evenaren. De uitbundige cameriere was er ook niet meer te bekennen, laat staan de suggesties buiten de kaart om.

De salade is echter gebleven, althans in mijn eigen repertoire.

zaterdag 4 april 2015

RISOTTO NERO


Mark Rothko No .8 1964, National Gallery of Art, Washington Gift van Mark Rothko

De zomertijd heeft zijn intrede gedaan. Langer licht maar de dagen bleven donker. De afgelopen week was van maandag tot vandaag gehuld in stemmig grijs. Een hele week goede vrijdag.
Ik ben dol op grijstinten omdat ik zwart meestal te heftig vind. Hoewel zwart, in wetenschappelijke zin, geen kleur is omdat het alle kleuren absorbeert, ervaar ik het als de meest felle kleur. Het steekt schril af, is beladen, heeft te veel associaties maar tegelijkertijd enorm intrigerend. Mark Rothko wist de diepgang van zwart zeer goed te treffen in zijn polyfone composities van zwarttinten. 
Rothko is, wellicht sinds de kunstschrijverij van Joost Zwagerman en de recente overzichtstentoonstelling in het Haags gemeentemuseum, in in Nederland. Minder populair in ons land is de sepia, die in grote getale zwemt in onze Noordzee maar nog weinig te vinden op de Nederlandse dis. Deze inktvis, in combinatie met Italiaanse risottorijst, kan de nuances in zwart van Rothko evenaren! Het is niet alleen mooi om naar te kijken maar de smaak ervan is even obsceen als de kleur. Het heeft iets weeïgs, iets doods, een heftige maar moeilijk te definiëren smaak, niet per se vissig maar wel zeeïg. De smaak van het koraal van een coquille of van een zee-egel komt in de buurt maar dan complexer zoals de vele nuances van een zwarte Rothko.

























Ga daarom op zoek naar echt verse sepia. De Nederlandse vishandel heeft ontdekt dat hiernaar vraag is en wordt daarom steeds vaker vers aangeboden, d.w.z. niet ingevroren geweest.
Maak de inktvissen schoon en hou de inktblazen apart. Zie hiervoor ook een ander sepiagerecht op deze blog. Snijd de sepia in dunne reepjes en meng die met olijfolie en fijngesneden knoflook. Laat dit mengsel een paar uur of langer marineren.
Snijd ondertussen ui, wortel, bleekselderij en platte peterselie fijn. Maak een visbouillon van graten en koppen, eventueel garnalenkoppen en -schalen, laurier, zwarte peperkorrels en de fijngesneden groente. Laat dit hooguit een kwartier koken, anders wordt het bitter. Zeef de bouillon, laat bouillon inkoken tot de gewenste smaak en voeg tenslotte zout toe.
Fruit een fijn gesnipperd uitje kort in de olijfolie in een steelpan en voeg de risottorijst (Carnaroli of Vialone nano) toe. Laat de rijst wat glazig worden, voeg de sepia met de marinade toe en laat die héél kort garen. Blus af met een frisse witte wijn. Druk de inktblaas door een zeef boven de rijst. Voeg al roerend, met kleine hoeveelheden, de bouillon toe (in aanvang door de zeef), zodra de risotto te droog dreigt te worden. Ga net zolang door totdat de rijst beetgaar is en er een romige massa is ontstaan (15 à 20 minuten).
Bestrooi met vers gemalen zwarte peper en besprenkel met vers citroensap en ervaar hoe een Rothko kan smaken.

zondag 8 maart 2015

PUNTARELLE


Gisteren was ik héél blij. Want zaterdagochtend vond ik op het Wilhelminaplein, bij de beste groentemarkt- kraam (biologisch) van Eindhoven, puntarelle! Deze groente had ik voor het laatst zo'n twaalf jaar geleden gezien en gegeten. Ik kocht deze groente destijds in 'Munta nera' bij Genk. In Zwartberg dus, vanwege de zwarte bergen mijnafval. Hier woont een Italiaanse gemeenschap die net na de Tweede Wereldoorlog kwam om in de mijnen te werken.
De groente zag er fascinerend uit. Ik vroeg de verkoopster hoe deze groente te bereiden. Ze vertelde me dat de buitenste bladeren werden bereid als chicoria en de binnenste scheuten werden gebruikt voor een salade. Ik kan me niet meer herinneren wat ik er precies mee gedaan had maar wel dat het me goed smaakte.
Puntarelle is een groente uit Lazio.  Een typisch Romeins recept is 'Insalata di puntarelle alla romana', een salade van rauwe puntarelle met een ansjovisdressing.

Bewaar de buitenste bladeren voor een warm gerecht. Verwijder van de binnenste scheuten de harde delen aan de onderzijde. Snijd vervolgens de scheuten in de lengterichting in dunne plakken of reepjes en leg die een uur in ijswater. De Romeinen doen dit om de groente van bitterheid te ontdoen en om te krullen. Dit werkt alleen als je hele dunne reepjes hebt. Ze gebruiken hiervoor kleine raampjes met dun staaldraad waar de scheuten doorheen worden geduwd. Met dunne plakjes is de salade ook lekker maar minder gekruld. Ontdoe ingemaakte ansjovis van het zout en maak ze schoon, indien ze niet uit olie komen. Anders alleen afspoelen. Maak ze vervolgens met rode wijnazijn, knoflook en gedroogde chilipeper fijn in een mortier. Voeg dan versgemalen zwarte peper toe. Laat deze vinaigrette een kwartier staan. Klop er daarna olijfolie door.
Droog vervolgens de puntarelle in een slacentrifuge en giet er de ansjovisdressing erover. Serveer er parten citroen bij.

Een kinderlijk eenvoudige en knapperige salade op smaak gebracht met een krachtige vinaigrette van ansjovis. Echt heerlijk!

zondag 8 februari 2015

RODE POON


Wanneer je met vis voor goedkoop wil gaan en toch lekker, koop dan rode poon. Vaak niet meer dan 4€ per kilo. De poon kan daarom met recht aanspraak doen op 'De goedkope smaak'. Hij wordt ook wel zeehaan of knorhaan genoemd. Dit laatste omdat hij schijnt te knorren met behulp van zijn zwemblaas bij gevaar. Er is ook nog een grauwe poon, nog goedkoper, maar iets minder van smaak vind ik.
Deze vis laat zich gemakkelijk schoonmaken. Schubben hebben ze niet en het is een kwestie van enkel de ingewanden en kieuwen verwijderen en eventueel de vinnen afknippen. Hij is smaakvol, heeft een mooie kleur, is stevig van vlees en heeft relatief weinig graat. De kop en de graat lenen zich heel goed voor een bouillon en de stevige filets zijn ideaal voor in de vissoep. Ik kies bij voorkeur de wat kleinere exemplaren omdat het visvlees bij bereiding de neiging heeft gauw droog te worden en een klein exemplaar is immers snel gaar zonder de gelegenheid te krijgen om uit te drogen. 
Mijn favoriete bereidingswijzen zijn grillen of garen in een pittige tomatensaus.


Snij voor de saus knoflook, platte peterselie, gedroogde chilipeper fijn en fruit dit alles kort in een sterk smakende olijfolie (bijvoorbeeld Marokkaanse) in een ondiepe pan of schaal. Voeg ontvelde en ontpitte tomaten of tomaten uit blik van een goede kwaliteit toe. Prak de tomaten fijn en voeg een flinke scheut witte wijn en wat gedroogde oregano toe. Kook totdat het zuur van de tomaten is verdwenen en de gewenste dikte is verkregen. Voeg zout toe en gaar de poon kort op elke zijde in de saus.
Het stevige vlees verdraagt de kruidige en pittige saus héél goed.

zaterdag 13 december 2014

LANGOUSTINE

Langoustines oftewel Noorse kreeften heten in Italië scampi. Scampi zijn dus geen grote garnalen, zoals sommigen wel denken, maar kreeftachtigen. In het Engels worden ze ook wel Dublin Bay prawns genoemd omdat ze eens als bijvangst werden beschouwd en goedkoop werden verkocht op de markten van Dublin. Armeluisvoedsel dus! Helaas wordt de Noorse kreeft nu niet meer als bijvangst beschouwd want ze zijn enorm geliefd. Ze worden ook massaal bevist door Nederlandse vissers in de Noordzee en vervolgens massaal geëxporteerd naar Frankrijk, Spanje en Italië omdat er in Nederland nauwelijks markt voor is. Dit is niet goed te begrijpen want ze zijn ongelooflijk lekker.
Prijstechnisch horen ze eigenlijk niet op deze blog maar omdat ik de afgebeelde Langoustines voor 'slechts' 10€ per kilo op de markt kocht, kan het naar mijn mening nog net. Let er wel op dat ze goed vers zijn als je ze koopt. Ze moeten glanzen en de ogen moeten pikzwart zijn. Als je maar iets van een amoniakgeur ontwaart, laat ze dan maar liggen. Omdat ze zo lekker zijn hoeft er weinig mee te gebeuren. Stomen of kort pocheren met een zelfgemaakte mayonaise is perfect.

Mijn favoriete langoustinerecept heb ik ooit gevonden in het kookboek 'Easy' van het befaamde kookduo wijlen Rose Gray en Ruth Rogers, de vrouw van de wereldberoemde Richard Rogers (voor de architecten onder ons). Een fantastisch kookboek overigens. Zij bestierden het beroemde en Italiaans georiënteerde 'The River Café' in Londen, waar kookster Jamie Oliver is ontdekt.
Dit recept is extreem eenvoudig, zoals de titel van het boek al suggereert. Spoel de kreeften af en neem, indien aanwezig, het blauwgroene kuit apart. Klief de kreeften met een groot scherp mes en druk ze plat. Verwijder eventueel de darmkanalen en leg het kuit erop. Strooi er, naar smaak, gedroogde oregano en verkruimelde gedroogde chilipeper overheen. Zout ze heel lichtjes en sprenkel er wat olijfolie over. Leg ze vervolgens een paar minuten vlak onder een hete grill totdat ze net gaar zijn. De combinatie van schaaldieren en gedroogde oregano lijkt ongewoon maar in dit geval een geweldige combinatie.
Volgens het boek moeten ze eigenlijk gegaard worden op een voorverwarmde bakplaat in een voorverwarmde oven van 220 graden maar ik vind het resultaat van kort onder de grill eigenlijk beter en sneller.

Serveer met citroen en zuig de koppen goed uit want die zijn het lekkerst!

zondag 30 november 2014

CICORIA

Vanaf de zomer te vinden op vrijwel elke Italiaanse menukaart. Eenmaal besteld, word je geconfronteerd met tot gort gekookte en gebakken groene prut. Al dente lijkt in Italië alleen op te gaan voor pasta. Groenten believen ze liever zacht. Maar het is lekker! Mits je van smaakvolle groenten houdt en het bitter niet schuwt. Er zijn vele soorten. De bladeren net even iets anders van vorm, de één bitterder dan de ander. En het mooie is dat het geweldig groeit in Nederland, te oogsten vanaf de zomer tot in de winter!

Verwijder de onderste dikke (taaie) delen van de stelen. Was de groente en kook in gezouten water totdat de stelen mals zijn. Giet de cicoria af en snijd grof. Snijd knoflook, gezouten ansjovisfilets en gedroogde chilipeper fijn en fruit dit alles in de olijfolie. Sauteer in dit mengsel de cicoria geruime tijd en voeg eventueel nog wat zout toe. Serveer naar believen met goede olijfolie. Heerlijk bij gegrilde varkensworst.

Mocht je geen cicoria kunnen vinden of verbouwen dan is andijvie een goed alternatief. Hoewel minder diepgang in het bitter, toch lekker maar let op de kooktijd want die is aanzienlijk korter.


zondag 19 oktober 2014

KARDOEN MET TOMATENSAUS

Juan Sánchez Cotán (Orgaz, Toledo, 1560 - Granada, 1627), Bodegón del cardo, Museo de Bellas Artes de Granada.

De kardoen is een meerjarige eetbare sierplant. Vanaf zijn tweede levensjaar geeft hij namelijk prachtige bloemen. Je kunt er, zowel in het voorjaar als in het najaar, van oogsten. Het is een bijzondere groente vanwege zijn uitgesproken smaak. Sommigen vinden hem te bitter maar dat kun je ondervangen door het kookwater na een tijdje te vervangen. Mocht je geen moestuin hebben dan is deze groente te vinden in de Marokkaanse winkel.
Onlangs las ik dat, begin twintigste eeuw in Limburg, kardoenen in de mergelgrotten werden gebleekt (met name voor export naar België). Ze werden met aarde, penwortel en al verplaatst voor een verblijf van zes weken in de grot. Gebleekt, zoals op het bovenstaande schilderij, geeft minder bitter en de stengels worden malser. Ongebleekt kan de kooktijd oplopen tot een uur of twee. Als de Kardoen niet te vezelig is, lukt het in een half uur. Ik prik er af en toe met een vork in om te zien of hij mals is geworden.


De complexe en bittere smaak van de kardoen combineert perfect met een eenvoudige tomatensaus.

Ontdoe de onderste delen van de stengels van blad en harde vezels (zoals bij bleekselderij). Snijd ze in stukken van ongeveer 20 cm en kook ze in flink gezouten water met citroensap (tegen het verkleuren) totdat ze mals zijn.
Fruit fijngesnipperde knoflook zachtjes in wat olijfolie en voeg tomaten uit blik toe en prak die fijn. Vers kan ook maar ontdoe dan de tomaten met behulp van kokend heet water van hun vel en verwijder de pitjes. Laat de tomaten sudderen totdat er een saus ontstaan en breng deze op smaak met zout en zwarte peper. Laat hierin de kardoen een tijdje sudderen. Serveer met geraspte Parmigiano. Een grandioze smaakcombinatie met weinig ingrediënten!

Kardoen leent zich gefrituurd goed voor bij het aperitief of bij de antipasto. Snijd daarvoor de stengels in stukken van 4 à 5 cm en kook ze eveneens in flink gezouten water totdat ze mals zijn. Haal de stukken door de bloem, vervolgens door geklopt ei en daarna door broodkruim van gedroogd oud brood. Frituur de stukken in zonnebloemolie totdat ze goudbruin zijn. Serveer met citroen.

zondag 21 september 2014

GEMARINEERDE COURGETTE

Courgettes zijn heerlijk en de mogelijkheden met deze groente lijken oneindig. Dat komt goed uit wanneer er in de moestuin een courgette-explosie plaatsvindt. Het komt dan aan op variëren.
Door de courgette te marineren, kunnen grote hoeveelheden worden verwerkt. Je dient de courgettes te snijden in plakjes of reepjes en te zouten. Laat ze dan een tijdje staan om het vocht af te drijven. Bak de stukjes in olijfolie totdat ze gaar zijn. Leg ze dan op keukenpapier en dep ze ook met keukenpapier om het gerecht minder vet te maken. Voeg gehalveerde knoflookteentjes toe en breng op smaak met witte wijnazijn. Voeg ook fijngesneden verse munt of peterselie toe en schep om. Laat het geheel een nacht marineren. De gemarineerde courgettes blijven in de koelkast wel een paar dagen goed. Schep voor het serveren weer om en giet er goede olijfolie over.
Het is een smakelijke antipasto die perfect samengaat met een glaasje kurkdroge witte wijn en tevens geschikt als bijgerecht bij een stuk vlees.
In Piemonte bestaat er een variant waarbij, in plaats van munt, fijngesneden ansjovis en verkruimelde gedroogde chilipeper wordt gebruikt.